zondag 18 december 2022 om 10:00

Kerkdienst vanuit kerk Zeddam 4e Advent
Voorganger(s): Ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Tekst(en): Matteüs 1 : 1-3a Genesis 38
Ouderling(en): Netty Colenbrander
Organist: Joop Agelink

Protestantse gemeente ’s-Heerenberg-Zeddam
4e Advent

18 december 2022
Vanuit kerk te Zeddam


Voorganger: Ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Ouderling: Netty Colenbrander
Organist:  Joop Agelink

U kunt de orde van dienst hier downloaden. Als u deze dan uitprint, kunt u de dienst
op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien.

----------------------------------------------------
SAMENKOMEN
Orgelspel
Woord van welkom – door de ouderling
Aansteken van de adventskaarsen – door de kinderen
Nu branden er vier kaarsen,
ze staan hier op een rij.
Wij mogen ons verbazen:
de Heer is heel dichtbij.
Lied 19:1,2
Stilte
Bemoediging en groet   
V: Onze hulp is de Naam van de Heer,
A. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT,
V: die trouw blijft tot in eeuwigheid
A: EN NIET LOS LAAT HET WERK VAN ZIJN HANDEN.
V: Er is genade voor u en vrede van God, onze Vader,
Van Jezus Christus, onze Heer.
A: AMEN
Verbindende woorden
Lied 441:1,3
Kyriegebed
Na ‘zo bidden wij samen’: HEER ONTFERM U OVER ONS!
Lied 441: 7,8,10
DIENST VAN HET WOORD
Gebed rondom de Schriften
Projectlied advent en kerst (melodie lied 469)
Ik zing van licht dat God ons geeft:
het levenslicht voor al wat leeft.
Wie draagt dat licht, wie brengt het voort?
Wie geeft het aan de mensen door?

De stam van Juda bleef bestaan,
want Tamar is niet weggegaan.
Als hoopvolle en sterke vrouw
bleef zij geloven in Gods trouw.
Kindermoment
Schriftlezing – Matteüs 1:1-3a
1 Overzicht van de afstamming van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham.
2 Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda en zijn broers, 3 Juda verwekte Peres en Zerach bij Tamar
Lied 938:1
Schriftlezing – Genesis 38
1 In diezelfde tijd verliet Juda zijn broers en sloot hij zich aan bij een zekere Chira, een man die in Adullam woonde. 2 Daar viel zijn oog op de dochter van de Kanaäniet Sua. Hij trouwde haar en sliep met haar. 3 Ze werd zwanger en bracht een zoon ter wereld, die Er werd genoemd. 4 Daarna werd ze opnieuw zwanger en kreeg weer een zoon, aan wie ze de naam Onan gaf. 5 Ze werd voor de derde keer zwanger en bracht een zoon ter wereld, die ze Sela noemde; toen Sela geboren werd bevond Juda zich in Kezib.
6 Voor Er, zijn eerstgeborene, koos Juda een vrouw die Tamar heette. 7 Er was slecht in de ogen van de HEER, en daarom liet de HEER hem sterven. 8 Toen zei Juda tegen Onan: ‘Vervul je zwagerplicht: slaap met de vrouw van je broer en verwek voor je broer nakomelingen bij haar.’ 9 Maar omdat Onan wist dat zo’n kind niet als zijn nageslacht zou gelden, liet hij telkens als hij met de vrouw van zijn broer gemeenschap had zijn zaad op de grond terechtkomen, zodat hij geen nakomelingen voor zijn broer zou verwekken. 10 Wat hij deed was slecht in de ogen van de HEER, en daarom liet de HEER ook hem sterven. 11 Toen zei Juda tegen zijn schoondochter Tamar: ‘Je moet als weduwe maar weer bij je vader gaan wonen, totdat mijn zoon Sela volwassen is.’ Hij dacht namelijk: Ik moet voorkomen dat hij ook sterft, net als zijn broers. En Tamar ging weer bij haar vader wonen.
12 Geruime tijd later stierf Juda’s vrouw, de dochter van Sua. Toen Juda troost gevonden had voor zijn verdriet, begaf hij zich naar Timna, samen met zijn vriend Chira uit Adullam, om bij zijn schaapscheerders te gaan kijken. 13 Zodra Tamar hoorde dat haar schoonvader op weg was naar Timna om zijn schapen te scheren, 14 legde ze haar weduwedracht af, vermomde zich door zich met een sluier te bedekken, en ging langs de weg naar Enaïm zitten, een zijweg van de weg naar Timna. Want ze besefte dat ze nog steeds niet aan Sela tot vrouw was gegeven, hoewel die inmiddels volwassen geworden was. 15 Toen Juda haar zag hield hij haar voor een hoer, want haar gezicht was bedekt. 16 Hij sloeg de zijweg in en ging naar haar toe. ‘Ik wil van je diensten gebruikmaken,’ zei hij, niet wetend dat het zijn schoondochter was. ‘Wat staat daar van uw kant tegenover?’ vroeg ze. 17 ‘Ik zal je een geitenbokje uit mijn kudde laten brengen,’ antwoordde hij. ‘Goed,’ zei ze, ‘maar geeft u mij dan zolang iets als onderpand.’ 18 En op zijn vraag wat ze als onderpand van hem wilde, antwoordde ze: ‘Het snoer met uw zegel en de staf die u in uw hand hebt.’ Hij gaf het haar en had gemeenschap met haar, en zij werd zwanger van hem. 19 Daarna ging ze terug naar huis, deed haar sluier af en nam haar weduwedracht weer aan.
20 Juda vroeg zijn vriend uit Adullam een geitenbokje naar de vrouw te brengen om het onderpand weer op te halen, maar hij kon haar niet vinden. 21 Hij informeerde bij de mensen daar in de buurt: ‘Ik ben op zoek naar de vrouw die onlangs bij de weg naar Enaïm haar gunsten aanbood.’ ‘Zo’n vrouw is hier niet geweest,’ antwoordden ze. 22 Dus ging hij naar Juda terug. ‘Ik heb haar niet kunnen vinden,’ zei hij. ‘Sterker nog, de mensen daar beweren dat er nooit zo’n vrouw is geweest.’ 23 Toen zei Juda: ‘Laat haar alles dan maar houden, anders maken we onszelf nog belachelijk. Ik heb het beloofde bokje gestuurd, maar je hebt haar nu eenmaal niet kunnen vinden.’
24 Ongeveer drie maanden later kwam men Juda vertellen dat Tamar, zijn schoondochter, zich als een hoer had gedragen en daardoor zwanger was. ‘Breng haar de stad uit,’ zei Juda, ‘ze moet verbrand worden.’ 25 Maar terwijl ze de stad uit werd gebracht, liet ze haar schoonvader deze boodschap brengen: ‘Ik ben zwanger van de eigenaar van deze voorwerpen. Kijkt u eens goed van wie dit zegel, dit snoer en deze staf zijn.’ 26 Juda herkende ze en zei: ‘Niet zij is schuldig, maar ik, want ik heb haar niet aan mijn zoon Sela tot vrouw gegeven.’ Hij had geen tweede keer gemeenschap met haar.
27 Toen de tijd van de bevalling was gekomen, bracht ze een tweeling ter wereld. 28 Tijdens de bevalling stak een van de twee zijn hand naar buiten. De vroedvrouw bond een rode draad om zijn hand ten teken dat hij zich het eerst had laten zien. 29 Maar hij trok zijn hand weer terug, en daar kwam zijn broer tevoorschijn. ‘Wat een baanbreker ben jij!’ zei ze. Hij kreeg de naam Peres. 30 Daarna kwam zijn broer, met om zijn hand de rode draad. Hij werd Zerach genoemd.
Lied 938:2
Verkondiging
Orgelspel
Kinderen komen terug
Lied 462: alle coupletten
Gebeden (dankgebed – voorbeden – stil gebed – Onze Vader)
Mededelingen – door de diaken
Collecte – voor diaconie en kerk
Ondertussen orgelspel
UITEENGAAN
Slotlied 466:1,3,5
Heenzending en zegen
Gezongen amen
Orgelspel
Collecte bij de uitgang

Collectedoel
De opbrengst voor de diaconie gaat deze decembermaand naar de Voedsel- en Kledingbank.
Uw bijdrage voor de diaconie kunt u, desgewenst overmaken op
Rabobank IBAN: NL97 RABO 0326 6892 65
t.n.v. C.v.D. Prot. Gem. ‘s-Heerenberg-Zeddam

De opbrengst voor de kerk is voor de eredienst (2e) en de kerkelijke gebouwen (3e).
De collecte voor de kerk kunt u, desgewenst overmaken op
Rabobank IBAN: NL22 RABO 0374 6535 26
Of op ING bank IBAN: NL62 INGB 0000 8535 71
T.n.v. C.v.K. Prot. Gem. ‘s-Heerenberg-Zeddam
Heel hartelijk dank voor uw bijdrage!

Agenda deze week

 

Wanneer Wat Waar
Zo 18 dec Kinderkerstfeest Oswalduskerk (Zeddam), 18.30 uur
Wo 21 dec Avondgebed Advent Klavertje 4 Terborg, 19.30 uur
Do 22 dec Pauzeren op de berg des Heren
Cantorij
’s-Heerenberg,10.00-13.00 uur
Imminkhuis, 19.30 uur
Za 24 dec Kerstavonddienst Zeddam, 22.00 uur
Zo 25 dec Kerstmorgendienst Zeddam, 10.00 uur




 

terug