woensdag 27 november 2024 om 19.30

Adventsvesper
Voorganger(s): Ds. Henriëtte Nieuwenhuis,Ds. Gerjanne v.d. Velde,Ds. Jan Fischer
Tekst(en): Spreuken 8:1-6,12-14
Organist: Jos Thomassen

ADVENTSVESPER
vanuit de protestantse kerk in Zeddam
organist: Jos Thomassen
27 november 2024

Orgelspel

Stilte

V:
Bij U Heer zoek ik mijn toevlucht,
A:
WEES MIJ EEN STERKE BURCHT,
WAAR IK VEILIG KAN TOEVEN

Aansteken van de kaars

Lied – 458 (3 keer)

Psalmgebed – Psalm 70

1 Voor de koorleider. Van David, een dringend gebed.

2 God, breng mij uitkomst,

HEER, kom mij haastig te hulp.

3 Dat beschaamd en vernederd worden

wie mij naar het leven staan,

met schande terugwijken

wie mijn ongeluk zoeken,

4 beschaamd zich omkeren

wie de spot met mij drijven.

5 Wie bij U hun geluk zoeken

zullen lachen en vrolijk zijn,

wie van U hun redding verwachten

zullen steeds weer zeggen:

‘God is groot!’

6 Ik ben arm en zwak,

God, kom haastig,

U bent mijn helper, mijn bevrijder,

HEER, wacht niet langer.

Orgelspel

Schriftlezing – Spreuken 8:1-6, 12-14

1 Hoor! Wijsheid roept,

Inzicht laat haar stem horen.

2 Wijsheid heeft zich opgesteld op een
heuvel langs de weg,

bij het kruispunt van de wegen.

3 Bij de poorten van de stad, bij de ingang,

bij de toegangswegen klinkt haar stem:

4 ‘Mensen, tot jullie roep ik,

ik richt mij tot iedereen.

5 Onnozele mensen, word toch eens verstandig,

dwazen, denk eens na!

6 Luister, ik vertel je waardevolle dingen,

mijn woorden zijn waarachtig.

12 Ik, Wijsheid, ik woon bij Beraad,

door bezinning verwerf ik kennis.

13 Wie ontzag heeft voor de HEER, haat het kwaad.

Ik verafschuw trots en hoogmoed,

valsheid en leugens.

14 Bij mij vind je beraad en overleg,

ik bied inzicht, ik geef kracht.

Stilte

Lied – 466: 1,2

2. O kom, die Heer en meester zijt,

verschijn ons toch in majesteit!

Verlichte wolk en lopend vuur,

zo waart Gij eens op aarde hier.

O kom, o kom, Emmanuël!

Verblijd uw volk, uw Israël!

Avondgebed

Stilte

Onze Vader

Avondlied – 263

2 Wees gij mijn wijsheid, de rust in mijn hart,

bevrijding van wat mij ontstelt en verwart,

Die hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt,

Het duister me aangrijpt, de zon niet meer schijnt.

3 Gij zelf moet meegaan, uw lichtend gelaat,

Een gids die mij voorgaat en nimmer verlaat.

De dag loopt ten einde, de nacht is nabij,

Wees gij nu mijn toekomst, het duister voorbij.

Zegenbede

Orgelspel

terug