| 						
							 
								
								
							 
							
								dinsdag 15 april 2025
								 om 19.30
							
							Vesper Zeddam  
							Voorganger(s): Ds. Jan Fischer/ Ds. Gerjanne v.d. Velde 
							Tekst(en): Johannes 12: 20-26 
							
							Organist: Jan Willem Kruithof 		
							
 		
							 ORDE VAN DIENST/Vesper 
Klavertje 4 
15-04-25 
Orgel/Piano; Jan Willem Kruithof 
Zang: Welmoed Hofstra 
 
U kunt de orde van dienst hier downloaden. 
 
 
STILTE 
 
De Kaarsen worden aangestoken 
 
Openingsgebed: 
V: Onze hulp is in de Naam van de Heer 
A: die hemel en aarde gemaakt heeft. 
V:  Eeuwige, uw licht hebt Gij voor ons 
     ontstoken. 
     Wees ons nabij, laat uw vinden en bewaar 
     ons voor het duister, nu wij ons gewonnen 
     geven aan het wenken van uw licht. 
     Wakker in ons de vlam van hoop aan, de 
     vonk van uw aanwezigheid. 
 
A: In uw licht mogen wij leven en bij u kunnen 
    wij schuilen. Amen 
 
ZINGEN: Lied 547, 1 t/m 4 
 
  
 
2 Laten wij dan bidden in dit aardse dal, 
dat de lieve vrede ons bewaren zal, 
Kyrie eleison,wees met ons begaan, 
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan. 
 
3 want de aarde vraagt ons om het zaad des doods, 
maar de hemel draagt ons op de adem Gods. 
Kyrie eleison,wees met ons begaan, 
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan. 
 
4 Laten wij God loven, leven van het licht, 
onze val te boven in een evenwicht, 
Kyrie eleison,wees met ons begaan, 
doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan. 
 
PSALMGEBED: Psalm 13 (vertaling G. Swüste) 
Hoelang nog, Jij, blijf je mij vergeten? 
Hoelang nog verberg je voor mij je gelaat? 
Hoelang nog zeuren spinsels door mijn hoofd, huilt mijn hart de hele dag? 
Hoelang nog is mijn vijand mij de baas? 
Zie mij, geef antwoord, Jij mij God! 
Geef licht in mijn ogen, anders slaap ik in, voorgoed. 
Anders zal mijn vijand zeggen: ‘Ik ben hem de baas!’, jubelen mijn belagers het uit omdat ik door de knieën ga. 
Maar ik, van jouw goedheid weet ik mij verzekerd. Mijn hart zal het uitjubelen, want jij bevrijdt. 
Zingen zal ik voor de Levende, want die doet het voor mij. 
 
Meditatief orgelspel / zang Welmoed Hofstra 
Let your beauty shine in me, Lord 
  
Let your beaty shine in me, Lord 
shine in my heart, my mind, my soul; 
let your beauty shine in me, Lord, 
shine, and make me whole. 
  
May your Spirit dwell in me, Lord, 
dwell in my heart, my mind, my soul; 
may your Spirit dwell in me, Lord, 
dwell, and make me whole. 
  
May your presence be with me, Lord, 
be in my heart, my mind, my soul; 
may your presence be with me, Lord, 
come, and make me whole. 
  
May your radiance fill my life, Lord, 
come, fill my heart, my mind, my soul; 
may your radiance fill my life, Lord, 
come, and make me whole. 
  
  
Prayer of Chants 
Text: Linda Ottewell 
Music: Margaret Rizza 
  
 
EVANGELIELEZING: Johannes 12, 20 t/m 26 
Nu was er ook een aantal Grieken naar het (Pesach)feest gekomen om God te aanbidden. 
Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea (een van de leerlingen), en vroegen of ze Jezus konden zien. 
Filippus ging dat tegen Andreas zeggen (een andere leerling), en samen gingen zij naar Jezus. 
Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit verheven wordt. 
Werkelijk, ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel. 
Maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort. Wie zich aan zijn leven vastklampt, 
verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven loslaat, behoudt het voor het eeuwige leven. 
Wie mij dient, moet mij volgen: waar ik ben, zal ook mijn dienaar zijn, en wie mij dient zal door de Vader geëerd worden.’ 
 
MOMENT VAN BEZINNING 
 
ZINGEN: Lied 650, 1 t/m 3 en 6+7 
 
  
 
2 Gods goedheid is te groot 
voor het geluk alleen, 
zij gaat in alle nood 
door heel het leven heen. 
 
3 Zij daalt als vruchtbaar zaad 
tot in de groeve af 
omdat zij niet verlaat 
wie toeven in het graf. 
 
6 Het zaad der goedheid Gods, 
het hoge woord, de Heer, 
valt in de voor des doods, 
valt in de aarde neer. 
 
7 Al gij die God bemint 
en op zijn goedheid wacht, 
de oogst ruist in de wind 
als psalmen in de nacht. 
 
AVONDGEBED 
 
ZINGEN: Lied 246 b, 1+2+3+7 
 
  
 
 
2 De wereld die verstilde 
en zich in schemer hulde, 
wordt inniger vertrouwd 
en houdt u zo geborgen, 
dat gij verdriet en zorgen 
van heel de dag vergeten zoud. 
 
3 Ziet gij de maan? De schone 
wil zich maar half vertonen, 
toch is hij er geheel. 
Zo zijn er grote zaken 
waar wij geen ernst mee maken: 
ons oog ziet enkel maar een deel. 
 
7 Laten wij amen zeggen 
en ons te slapen leggen. 
Kil wordt de avondwind. 
God, weer van ons het kwade 
en wees in uw genade 
met ieder eenzaam mensenkind. 
 
ZEGENBEDE: 
V: Blijf bij ons, Thuisgenoot, want stilaan daalt 
    de avond en de dag loopt ten einde. Ga met 
    ons mee de nacht in, verkwik onze slaap. 
    Koester onze dromen en laat de zon weer 
    opgaan: een nieuwe dag, een vergezicht. 
 
A: Zegen ons met uw licht. Amen 
 
In STILTE verlaten wij de kerk 
 
 
 
 
 
  
							 |