zondag 31 mei 2020 om 10:00

Pinksteren met verzoeknummers Onlinedienst
Voorganger(s): Ds. Henriëtte Nieuwenhuis
Ouderling(en): Ernst Haagsman
Organist: Joop Agelink


Diaken : Martin Boslooper
Koster  : Fred Heuvel
Beeld    : Fred Heuvel

In deze dienst werken verder mee leden van onze cantorij olv Jos Thomassen en Geertje Bosman als violiste.
 

Orgelspel

Welkom & Mededelingen door de ouderling van dienst

Lied ‘Wij leven van de wind’ (liedboek 687: 1,2,3)

1 Wij leven van de wind
Die aanrukt uit den hoge
En heel het huis vervult
Waar knieën zijn gebogen,
Die doordringt in het hart,
In de verborgen hof,
En uitbreekt in een lied
En opstijgt God ten lof.

2 Wij delen in het vuur
Dat neerstrijkt op de hoofden,
De vonk die overspringt
Op allen die geloven.
Vuurvogel van de vloed,
Duif boven de Jordaan,
Versterk in ons de gloed,
Wakker het feestvuur aan.

3 Wij teren op het woord,
Het brood van God gegeven,
Dat mededeelzaam is
En kracht geeft en nieuw leven.
Dus zegt en zingt het voort,
Geeft uit met gulle hand
Dit manna voor elk hart,
Dit voedsel voor elk land.

Inleidende woorden

Votum door het zingen van het lied
‘Ik zal er zijn’ (Sela)

Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam. 
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.

Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.

‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:
Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.

Schriftlezing - Handelingen 2: 1-4
Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

Pinkstervuur

De kaars op tafel en van de kinderen wordt aangestoken

Lied ‘Weet je hoe de wind op Pinksteren waaide’ (Met andere woorden 23: 1,2,3)

1 Weet je hoe de wind op Pinksteren waaide,
alle deuren vlogen uit het slot.
Weet je hoe zij nieuwe dromen zaaide,
dromen van de vrede dicht bij God.
Dromen van de vrede dicht bij God.

2 Weet je hoe de harten opensprongen
zomaar op die vlag- en wimpeldag.
Hoe in alle talen werd gezongen
alles in beweging werd gebracht.
Alles in beweging werd gebracht.

3 Weet je dat je vurig mag geloven
dat die wind de weg weet en het spoor.
Vreugdevuren zullen niet meer doven
want wat God begon, zet Hij ook door.
Want wat God begon, zet Hij ook door.

Gebed door het zingen van het lied  ‘Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen’ (Liedboek 442: 1,2)

1 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor u open
En wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aard' en hemel zingen,
Verkwik mij met uw heil'ge gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen,
O zon van liefde, mijn gemoed!

2 Vervul, o Heiland, het verlangen,
Waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen,
Mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Blijf in uw liefde mij bewaren,
Waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
Doe intocht, Heer, in mijn gemoed!

Liturgisch bloemstuk

Lied ‘Sta op! Een morgen ongedacht’ (Liedboek 630: 1,3)


Schriftlezing - Kolossenzen 3:16-17

Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.

Verbindende woorden

Lied ‘Prijs de Heer met blijde galmen’ (Joh. de Heer 446: 1,2,4)

1 Prijs den HEER' met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof:
'k Zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied (2x)

2 Zalig hij, die in dit leven,
Jakobs God ter hulpe heeft;
Hij, die door den nood gedreven,
Zich tot Hem om troost begeeft;
Die zijn hoop, in 't hachlijkst lot,
Vestigt op den HEER', zijn God (2x)

4 't Is de HEER, wiens mededogen
Blinden schenkt het lieflijk licht;
Wie in 't stof lag neergebogen,
Wordt door Hem weer opgericht;
God, die lust in waarheid heeft,
Mint hem, die rechtvaardig leeft (2x)

Pinkstergedicht van Greet Brokerhof – van der Waa

Als een windvlaag...

Als een windvlaag die ons aanraakt,
als een kracht die vleugels geeft strijkt
Gods adem langs de aarde,
stroom van hoop voor al wat leeft.

Kracht die mensen bij elkaar brengt
en die grenzen opengooit.
Vuur dat koude harten opwarmt
en de muur van ijs ontdooit.

Een bezieling diep van binnen,
als het trillen van een snaar.
Door de Geest van God bewogen,
staan wij open voor elkaar.

Mensen komen in beweging,
willen meedoen, vatten moed,
willen bouwen aan een wereld
waar het leefbaar is en goed.

Als een windvlaag die ons uittilt
boven ons beperkt bestaan,
wijst de Geest van God ons wegen
die wij samen kunnen gaan.   

Muziek: viool en piano

Credo met de woorden van lied 343 uit het liedboek

Geloofd zij God die heel de wereld tot leven wekt,
die aarde, zon en sterren met jubel schept,
die hoort de klacht van kleinen, hen ziet en redt.

Geloofd zij God die kwam ter wereld, Maria’s zoon,
die mensen hielp en meeleed en werd gedood.
Hij leeft, geloofd zij Christus die bij ons woont.

Geloofd zij God die in de wereld met vuur en geest
ons zuivert en doet opstaan en muren breekt,
tot alle volken één zijn in Christus’ geest.

Geloofd zij God die tijd en wereld ver overstijgt,
die is en was en zijn zal en met ons blijft
en als het al ineenstort betrouwbaar blijkt.

Lied ‘Eens als de bazuinen klinken’ (Liedboek 769: 1,5,6)

Gebeden

  1. Dankgebed
  2. Voorbede met respons lied ‘Stil maar wacht maar alles wordt nieuw’ (Joh. de Heer 889: 1,2,5,6 – zie hieronder)
    • Voorbede punt 1 na ‘zo zingen wij samen’: vers 1 en refrein
    • Voorbede punt 2 na ‘zo zingen wij samen’: vers 2 en refrein
    • Voorbede punt 3 na ‘zo zingen wij samen’: vers 5 en refrein
    • Voorbede punt 4 na ‘zo zingen wij samen’: vers 6 en refrein
  1. Stil gebed
  2. Onze Vader

1 Nu gaan de bloemen nog dood, nu gaat de zon nog onder
en geen mens kan zonder, water en zonder brood.

Ref: Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde.

2 Nu ben je soms nog alleen. Nu moet je soms nog huilen.
En als je weg wilt schuilen kun je haast nergens heen.

5 Daar is geen dorst of verdriet, daar zal God ons omgeven
Daar is gelukkig leven en het eindigt niet

6 Zing voor de eeuwige dag, zing voor Zijn komst en zeg amen.
Zing voor de Heer die ons samen, daar al van eeuwigheid zag.

Mededelingen door de diaken van dienst

  • Bloemengroet: Elly Brouwer en Jannie Harmsen
  • Collecte: eredienst en kerkelijke gebouwen
  • Woensdagavondgebed van Klavertje 4. Om 19.30 uur vanuit Gendringen.

Verbindende woorden

Lied ‘Waarheen pelgrims waarheen’ (Joh. de Heer 232: 1,2,4)

1 Waarheen pelgrims, waarheen gaat gij-
't Oog omhoog en hand in hand?
Wij gaan op des Konings roepstem,
Naar ons huis en Vaderland,
Over bergen en door dalen gaan wij naar die blijde zalen
Gaan wij naar die blijde zalen van Gods huis in 't Vaderland, (2x)

2 Storm en duisternis bedreigt u;
Zijt daartegen gij bestand?
Waarom zou ons harte vrezen,
Wand'lend aan des Heeren hand?
Jezus Zelf zal voor ons strijden, en door storm en nacht ons leiden
En door storm en nacht ons leiden, naar Gods huis in 't Vaderland. (2x)

4 "Pelgrims, zegt ons, mogen wij ook
Met u trekken naar dat land?"
Komt, weest welkom, volgt ons allen,
't Oog omhoog en hand aan hand.
Bij der eng'len vreugdezangen, zal ons Jezus Zelf ontvangen
Zal ons Jezus Zelf ontvangen, in Gods huis in 't Vaderland. (2x)

Zegen

Pinksteren is een nieuw begin,
een herademing.
Niet in de zin van opluchting
maar van nieuwe energie,
van geestkracht, van nieuw leven.
Mogen wij daar vandaag mee gezegend zijn
en daarmee op weg gaan
in de Naam van onze God:

De genade van onze Heer Jezus Christus
De liefde van God
En de verbondenheid met de Heilige Geest
Is met ons allen
Amen

Lied ‘Lichtstad met uw paar’len poorten’ (Ev. Liedbundel 413: 1,3,4)

1 Lichtstad met uw paarlen poorten,
Wond're stad zo hoog gebouwd
Nimmer heeft men op deez' aarde,
Ooit uw heerlijkheid aanschouwd.

Ref: Daar zal ik mijn Heer ontmoeten,
Luist'ren naar zijn liefdestem.
Daar geen rouw meer en geen tranen
In het nieuw Jeruzalem.

3 Schoon tehuis voor moede pelgrims
Komend uit de zand-woestijn,
Waar zij rusten van hun werken
Bij de springende fontein.

4 Wat een vreugde zal dat wezen
Straks vereend te zijn met Hem
In die stad met paarlen poorten
In het nieuw Jeruzalem.

Afsluitende woorden

Orgelspel

terug