woensdag 10 februari 2021 om 19:30

Woensdagavondgebed vanuit de Protestantse Kerk in Terborg
Voorganger(s): ds. Henriëtte Nieuwenhuis, ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde
Tekst(en): Ester 7:1 – 8:8
Organist: Cor Vinke

PROTESTANTSE GEMEENTEN
Silvolde, Etten-Terborg-Ulft,
’s Heerenberg-Zeddam, Gendringen-Bontebrug

WOENSDAGAVONDGEBED
10 februari 2021
vanuit de protestantse kerk in Terborg

19.30 uur - uitzending via www.kerkdienstgemist.nl

voorgangers: ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde, ds. Henriëtte Nieuwenhuis
organist: Cor Vinke

U kunt de orde van dienst hier downloaden
Als u deze dan uitprint kunt u de dienst op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien.


Orgelspel

Stilte

Aansteken van de kaarsen
mensen thuis worden uitgenodigd een kaars of een lichtje aan te steken.

Openingsvers 

Nu de avond valt
ontvonkt de vlam van uw nabijheid,
een vuurkolom het duister door
en van de nieuwe dag ons teken.
In de lichtkring van uw liefde verzameld,
nu hier de avond valt,
zingt ons de stilte uw naam ter eer.
Laat uw licht ons leiden!

Orgelspel over lied 925

Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.

Psalmgebed – Psalm 4
Hoor mijn woorden, HEER,
sla acht op mijn klagen.


Luister naar mijn hulpgeroep,
mijn koning en mijn God,
tot u richt ik mijn bede.
In de morgen, HEER, hoort u mijn stem,
in de morgen wend ik mij tot u en wacht.
U bent een God die zich niet verheugt in het kwaad,
bij u is de misdaad niet welkom.

Gewetenlozen houden geen stand
onder de blik van uw ogen.
U haat allen die onrecht doen,
leugenaars richt u te gronde.
U verafschuwt, HEER,
wie bedriegt en bloed vergiet.

Maar ik mag door uw grote liefde uw huis binnengaan,
van ontzag vervuld mij buigen naar uw heilige tempel.
Leid mij langs mijn belagers, HEER, door uw gerechtigheid,
maak effen de weg die u mij wijst.
Onwaarheid komt uit hun mond,
onheil huist in hun hart,
een open graf is hun keel,
gespleten is hun tong.
Laat hen boeten, God,
laat hen in hun eigen valkuil lopen.
Verstoot hen om hun grote wandaden,
want ze zijn opstandig tegen u.
Er is vreugde bij allen die schuilen bij u,
eeuwige jubel omdat u hen beschermt,
wie uw naam beminnen juichen u toe!
U zegent de rechtvaardigen, HEER,
als een schild beschut hen uw genade.

Orgelspel

Lezing: Ester 7:1 – 8:8
 Zo waren de koning en Haman weer bij koningin Ester te gast. Ook op deze tweede dag zei de koning, terwijl de wijn geschonken werd, tegen Ester: ‘Wat wilt u vragen, koningin Ester? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Al was het de helft van mijn rijk, uw wens zal vervuld worden.’ Koningin Ester antwoordde: ‘Majesteit, als u mij goedgezind bent en als het de koning goeddunkt, schenk mij en ook mijn volk dan het leven; dat is wat ik wil vragen, dat is mijn wens. Want we zijn verkocht, mijn volk en ik, om gedood te worden en volledig te worden uitgeroeid. Als we waren verkocht als slaven en slavinnen, dan zou ik hebben gezwegen, want zo’n ramp zou de belangen van de koning niet schaden.’ ‘Wie is die man, waar is die man die zijn zinnen erop heeft gezet om zoiets te doen?’ vroeg koning Ahasveros aan koningin Ester. En Ester antwoordde: ‘Die meedogenloze vijand, dat is die ellendeling daar, Haman!’

  Haman kromp ineen van angst voor de koning en de koningin. Woedend stond de koning van tafel op en ging de paleistuin in. Maar Haman bleef, om koningin Ester om zijn leven te smeken, want hij besefte dat hij van de koning niets goeds te verwachten had. Toen de koning uit de paleistuin terugkwam in het vertrek waar de maaltijd werd gehouden, had Haman zich juist laten neervallen op de bank waarop Ester lag. ‘Ook nog de koningin aanranden in mijn aanwezigheid?!’ riep de koning uit. Nauwelijks had hij deze beschuldiging geuit of men bedekte Hamans gezicht. Charbona, een van de eunuchen die de koning dienden, zei: ‘Staat er bij Hamans eigen huis niet al een paal van vijftig el hoog, die Haman heeft neergezet voor Mordechai, dezelfde Mordechai die de koning ooit zo’n grote dienst heeft bewezen?’ ‘Hang hem daaraan,’ zei de koning. Zo werd Haman aan de paal gehangen die hij had laten klaarzetten voor Mordechai. Toen bedaarde de woede van de koning.

  Diezelfde dag nog schonk koning Ahasveros de bezittingen van Haman, de vijand van de Joden, aan koningin Ester. En Mordechai kreeg vrij toegang tot de koning, want Ester had verteld in welke relatie hij tot haar stond. De koning deed de zegelring af die hij Haman had afgenomen en gaf die aan Mordechai. En Ester gaf Mordechai het beheer over Hamans bezittingen.

  Opnieuw wendde Ester zich tot de koning. Huilend viel ze aan zijn voeten en smeekte hem het verderfelijke plan te verijdelen dat Haman, de nakomeling van Agag, tegen de Joden had beraamd. De koning stak Ester de gouden scepter toe, waarna ze opstond, voor de koning ging staan en zei: ‘Als het de koning goeddunkt en hij mij goedgezind is, als het de koning juist lijkt en hij op mij gesteld is, laat er dan een schrijven uitgaan dat de brieven herroept die geschreven zijn door Haman, de zoon van Hammedata, de nakomeling van Agag, waarin zijn plan staat om in alle provincies van het rijk de Joden uit te roeien. Want hoe zou ik het onheil dat mijn volk treft kunnen aanzien? Hoe zou ik het uitroeien van mijn familie kunnen aanzien?’ Koning Ahasveros zei tegen koningin Ester en tegen de Jood Mordechai: ‘Hamans bezittingen heb ik al aan Ester gegeven en hijzelf is aan de paal gehangen omdat hij de Joden om het leven wilde brengen.

  Stel nu zelf, in naam van de koning, een verordening op schrift die volgens u in het belang van de Joden is, en verzegel die met de koninklijke zegelring. Want wat geschreven is in naam van de koning en verzegeld met de zegelring van de koning kan niet worden herroepen.’

Stilte

Orgelspel

Avondgebed 

Heer, blijf bij ons,
want het is avond
en de nacht zal komen.
Blijf bij ons en bij uw ganse kerk
aan de avond van de dag,
aan de avond van het leven,
aan de avond van de wereld.
Blijf bij ons met uw genade en goedheid,
met uw troost en zegen,
met uw woord en sacrament
Blijf bij ons, wanneer over ons komt
de nacht van beproeving en van angst
de nacht van twijfel en aanvechting
de nacht van de strenge, bittere dood.
Blijf bij ons in leven en in sterven
in tijd en eeuwigheid.
Amen

Stilte

Onze Vader

Onze Vader Die in de Hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd;
Uw Koninkrijk kome;
Uw wil geschiede,
gelijk in de Hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van de Boze.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid.
Amen.

Orgelspel - LB 243: 1,5,7

1 O Heer mijn God, ook deze nacht
zij lof en eer U toegebracht
omdat Gij dag en duister schept
en ons het licht gegeven hebt.

5 Wanneer mij slapeloosheid kwelt,
geef dat uw Geest mij vergezelt.
Laat mij niet raken in de macht
der boze geesten van de nacht.

7 Loof God de Heer die eeuwig leeft,
alles uit niets geschapen heeft,
die ons tot aan zijn dag behoedt
en onze ogen open doet!

Zegenbede

Moge de vrede van God,
die alle begrip te boven gaat,
onze harten en onze gedachten bewaren
in Christus Jezus.

Orgelspel
 

terug