woensdag 24 februari 2021 om 19:30

Woensdagavondgebed vanuit de Protestantse Kerk in Terborg
Voorganger(s): ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde
Tekst(en): Marcus 5; 21-43
Organist: Jan Bulsink

PROTESTANTSE GEMEENTEN
Silvolde, Etten-Terborg-Ulft,
’s Heerenberg-Zeddam, Gendringen-Bontebrug

WOENSDAGAVONDGEBED
24 februari 2021
vanuit de protestantse kerk in Terborg

19.30 uur - uitzending via www.kerkdienstgemist.nl

voorgangers: ds. Theo Menting, ds. Gerjanne van der Velde
organist: Jan Bulsink


U kunt de orde van dienst hier downloaden
Als u deze dan uitprint kunt u de dienst op het hele scherm van uw computer, tablet of telefoon zien.

 


Orgelspel

Stilte

Aansteken van de kaarsen
mensen thuis worden uitgenodigd een kaars of een lichtje aan te steken.

Openingsvers

Die ons voor het licht gemaakt hebt,
dat wij leven -
spreek Licht,
wees hier aanwezig in uw naam:
Ik zal er zijn.


Orgelspel LB 536: 3,4

Maar, Heer, de haard van uw aanwezigheid
zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken;
Gij waart met ons, Gij zult ons niet ontbreken,
Gij hogepriester in der eeuwigheid.

Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan.
Aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven.
Ons is een loflied in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van ’t offer zijt gegaan.

Psalmgebed – Psalm 6
   
  HEER, straf mij niet in uw woede,
  tuchtig mij niet in uw toorn.
  Heb erbarmen, HEER, want ik kwijn weg.
  Genees mij, HEER, ik ben doodsbang,
  ik vrees voor mijn leven.
  Hoe lang, HEER, moet ik nog wachten?
   
  Keer terug, HEER, spaar toch mijn leven,
  toon mij uw trouw en red mij.
  Want doden noemen uw naam niet meer!
  Wie in het dodenrijk kan u nog loven?
   
  Moe ben ik van zuchten,
  elke nacht is mijn kussen nat,
  mijn bed doorweekt van tranen.
  Mijn ogen zijn gezwollen van verdriet,
  roodomrand van alles wat mij benauwt.
   
  Weg van mij, allen die kwaad doen!
  De HEER hoort hoe luid ik ween,
  de HEER hoort mijn roep om erbarmen,
  de HEER neemt mijn smeekbede aan.
  Beschaamd en doodsbang keren mijn vijanden om,
  in een oogwenk met schande bedekt.

Orgelspel

Lezing: Marcus 5: 21-43
    
    Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij hem, en hij bleef aan het meer. Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. Hij smeekte hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Zijn leerlingen zeiden tegen hem: ‘U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: “Wie heeft mij aangeraakt?”’ Maar hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. Toen zei hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.’
    Nog voor hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’ Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ Hij stond niemand toe om met hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. Hij ging naar binnen en zei tegen hen: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ Ze lachten hem uit. Maar hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij hem waren de kamer van het kind binnen. Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’ Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen. Ze was twaalf jaar. Iedereen was met stomheid geslagen. Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen, en zei dat ze haar te eten moesten geven.

Stilte

Orgelspel

Avondgebed

Orgelspel – LB 247: 1,2

1. Blijf mij nabij, wanneer het duister daalt.
De nacht valt in, waarin geen licht meer straalt.
Andere helpers, Heer, ontvallen mij.
Der hulpelozen hulp, wees mij nabij.

2 Wees bij mij, nu de dag ten einde spoedt.
Alles verdoft wat glans bezat en gloed.
Alles vervalt in ’t wisselend getij,
maar Gij die eeuwig zijt, blijf mij nabij.



Zegenbede
           
Dat God ons allen
            in zijn hoede houdt,
            dat Hij ons kent
            en onze naam bewaart,
            zo zegene Hij ons

en wie ons lief zijn
            ook de nachten door.
            Hij die is: Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen.

Orgelspel


 

terug